Gerechtsdeurwaarders
Gerechtsdeurwaarders zijn openbaar ambtenaar en worden benoemd door de Koning. In de eerste plaats zijn zij belast met de uitvoering van specifieke bij wet aan hen opgedragen taken, met name op het gebied van de civiele gerechtelijke procedure en de tenuitvoerlegging van rechterlijk uitspraken, dwangbevelen en andere executoriale titels. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het doen van dagvaardingen, het leggen van beslagen, executoriale verkopingen en gedwongen ontruimingen.
Gerechtsdeurwaarders (en de aan hun kantoor verbonden toegevoegd gerechtsdeurwaarders) zijn van rechtswege lid van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). De leden van de KBvG zijn onderworpen aan strenge regels. Permanente educatie is verplicht, zodat de noodzakelijke kennis op peil wordt gehouden. Daarnaast zijn alle (toegevoegd kandidaat-)gerechtsdeurwaarder onderworpen aan tuchtrecht.
Ook voor de financiële huishouding van een gerechtsdeurwaarder zijn strenge richtlijnen. Geïncasseerde gelden moeten bewaard worden op een bijzondere rekening, afgescheiden van het vermogen van het kantoor (een zogeheten kwaliteitsrekening). Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) controleert periodiek de administratie en de financiële positie van iedere gerechtsdeurwaarder. Hierdoor is gewaarborgd dat geïncasseerde gelden altijd afgedragen kunnen worden aan de klant.